Topkapı en Hagia Sophia
’s Ochtends bezoeken we het Topkapı-paleis, ’s middags gaan we eindelijk de Hagia Sophia in en het blijft maar regenen.
Veeg naar links en naar rechts om door de foto’s te bladeren.
Deze ochtend staan we vroeg op, zodat we op tijd bij het Topkapı-paleis kunnen zijn. Omdat het gisteren toch nogal laat was eer we terug waren in het hotel, een niet al te lange nacht. Dus in volledige zombiemodus genieten we van het inmiddels traditionele ontbijt en maken ons op voor deze dag. Wellicht dat we na het bezoeken van het paleis er ook aan toe zullen komen om de Hagia Sophia met een bezoekje te vereren.
Te gast bij de sultan
Aangezien we al eerder in het Archeologisch Museum zijn geweest, kennen we de weg voor de verandering eens wel en zijn dan ook al snel bij de muren van het Topkapı-complex en sluiten aan in de lange rij van paraplu's—het regent inmiddels alweer. Deze maal kopen we een kaartje bij de grote balie en begeven ons door de tweede poort naar de paleisgronden. Met de kaartjes door de poortjes, tassen door de röntgenscanner en we zijn te gast aan het hof van de Ottomaanse sultans!
Het paleiscomplex omvat een serie gebouwen in wat eigenlijk een grote tuin is, waaronder de wachtruimte voor de viziers, de ontvangstruimte van de sultan, de harem, verschillende paviljoens die door de sultans door de eeuwen heen zijn aangelegd, een moskee met een kleine minaret—een miniret dus—en natuurlijk de schatkamers. Een eerste serie daarvan leidt ons langs allerlei schatten van de Ottomaanse heersers: rijkelijk met edelstenen versierde ringen, bekers, waterflessen, schalen, zwaarden, tronen en zoal meer. Hoogtepunten zijn twee enorme kandelaars van goud, de eveneens met goud en juwelen ingelegde maliënkolder van sultan Mustafa III, de Topkapı-dolk die voor Shah Nadir van Perzië was bedoeld als geschenk, en de zogenaamde lepelmakersdiamant. Dit is een enorme 86-karaats diamant die ooit in ruwe vorm op een afvalhoop gevonden zou zijn, gekocht werd voor drie lepels en zo aan het hof terecht kwam waar de sultan de opdracht gaf hem te laten slijpen tot het huidige fonkelende juweel.
Een volgende serie vertrekken die aanzienlijk rijker gedecoreerd is met blauwe Ottomaanse tegels brengt ons langs een serie relikwieën van de Islam. Zo zijn er veel zwaarden en wat gewaden die eens toebehoord hebben aan de profeten en hun vrienden, maar ook de met goud beslagen regenpijpen van de Kaaba in Mekka, alsmede de oude deur en de sloten van dit islamitische heiligdom. Maar ook wat minder conventionele relikwieën worden tentoongesteld, zoals de staf van Mozes en de kookpot van Abraham. Aangezien een dergelijke collectie natuurlijk nooit compleet is zonder de nodige heilige lichaamsdelen, zijn er bovendien nog eens de arm en schedel van Johannes de Doper, verschillende potjes—en wanneer ik oneerbiedig “potjes” zeg bedoel ik rijkelijk versierde gouden doosjes zoals het de containers voor zulke eerbiedwaardige erfstukken betaamt—met stukjes van de baard van Mohammed, evenals het stukje van zijn tand dat tijdens een veldslag afbrak.
Na het aanschouwen van al deze wonderlijke dingen, leidt onze tocht zich langs de verschillende terrassen en paviljoens van het paleis, welke vaak prachtig versierd zijn met tegelwerk en kalligrafie. Met name de koepels zijn aan de binnenzijde een waar schouwspel. Na zo een ruime tijd rondgelopen te hebben, krijgen we langzamerhand weer trek. Eerst moeten we echter beslissen of we de haremvertrekken nog willen bezichtigen, omdat daar nog een apart kaartje voor moet worden gekocht. Aangezien onze trouwe reisgids echter mooie gezichten belooft en ik natuurlijk geen bezwaar had tegen het bezoeken van vertrekken vol met de mooiste vrouwen van de sultan, een privilege waar in het verleden een pijnlijk permanente prijs voor betaald moest worden door elke man behalve de sultan, besluiten we hier toch een bijdrage aan te wagen.
Dat dit geen verspilde moeite is geweest, blijkt al snel. Toegegeven, de haremdames ontbreken; éénmaal begint mijn hart al sneller te kloppen, maar er blijken slechts enkele aangeklede paspoppen te zijn neergezet ter decoratie. Dit gedeelte van het paleis voelt echter wel het meeste als een woonvertrek. Ook hier zijn de kamers prachtig versierd, maar de aanwezigheid van baldakijnen en lage zitgedeeltes met banken en kussens geven toch een veel meer huiselijk gevoel, mede ook door de aanwezigheid van badkamers. Je kunt je bijna voorstellen hoe de vrouwen van de sultan zich hier wasten en opmaakten in luxe. Naast de vertrekken van de vrouwen hadden ook enkele sultans in dit gedeelte een privé-vertrek met prachtig uitzicht over de Gouden Hoorn, en zijn er een aantal mooie binnenplaatsen en terrassen. Na alles gezien te hebben, verlaten we het paleis en keren terug in de natte wereld van het huidige Istanbul.
De Hagia Sophia in
Daar de Ayasofya-moskee, de vroegere Hagia Sophia-basiliek, nabij is, besluiten we ook deze te bezichtigen. Maar eerst kopen we twee simit-broden en bij een kraampje verderop drinken en postzegels voor de ansichtkaarten die we gisteren op de Istiklal Caddesi hebben gekocht. Na onder de paraplu geluncht te hebben, sluiten we wederom aan in de rij voor toegangskaartjes. Bij de Hagia Sophia is men echter blijkbaar bang voor toeristen die professionele foto’s maken, want ondanks dat geen van ons beiden een spiegelreflexcamera heeft, mag Vonne haar ministatief inleveren. Gelukkig zijn ze echter niet op de hoogte van de laatste technieken op het gebied van camerastabilisatie, want mijn Manfrotto Modopocket™ wordt niet herkend en gaat mee naar binnen!
En wat een binnen dat is! Natuurlijk ken je de verhalen, heb je de foto’s in de brochure gezien en zie je aan de buitenkant ook wel dat de Hagia Sophia een berg van een gebouw is, maar de overweldigendheid van de ruimte wanneer je deze voor het eerst betreedt is enorm. Je stapt door één van de kolossale deuren een gigantische ruimte in, waar hoog boven je een enorme koepel zweeft, terwijl een grote hoeveelheid kandelaars slechts op een meter of 2,5 boven de grond hangt. De hier en daar verweerde beschilderen, gecombineerd met de zuilengalerijen en de veel later aangebrachte kalligrafie in de koepel alsmede de gekalligrafeerde rondelen geven het geheel een vreemde uitstraling: de inrichting is islamitisch, maar het gebouw niet. Zeker wanneer je op de rondgang boven ook de christelijke mozaïeken aantreft, is de samensmelting van religies compleet.
Nadat we ons ruime tijd vergaapt hebben aan dit absoluut ontzagwekkende bouwwerk gaan we terug naar beneden. We zetten ons neer op een maqsura (een laag houten platform ooit geplaatst om ouderen de kans te geven om te zitten, te luisteren en de Koran te lezen) in de nabijheid van een Turkse schoolklas vol kinderen die duidelijk de opdracht hebben gekregen om allemaal een plattegrond van de Hagia Sophia te produceren en dus druk bezig zijn op de vloer met papier en linealen. Dit is een uitgelezen moment om de kaarten voor het thuisfront te schrijven, en dat doen we dan dus ook: met de groeten uit de Aya Sofya.
Tijd voor het diner
Alvorens te eten, besluiten we nog even langs het hotel te gaan om wat extra kleding te halen, alwaar de medewerker van het hotel weet te vertellen dat het weer van vandaag de maatstaf gaat zijn voor de rest van de week. Helaas, pindakaas!
Voor het eten vanavond hebben we niet zoveel zin om nog heel ver te lopen, dus besluiten we om Kumkapı in te duiken: op één straatje van ons hotel begint een andere met allemaal visrestaurantjes. Ook hier proberen de uitbaters je direct het restaurant in te lokken, en we kiezen er eentje uit vanwaar we uitzicht hebben op de verlichte fontein op het pleintje. We kiezen ditmaal voor de zalm en de mixed grill. Helaas wordt er niet al teveel bij de porties geserveerd, maar de sfeer is erg gezellig, zeker wanneer er nog een groep muzikanten binnen komt die Turkse muziek spelen en zingen, bijgestaan door een heuse buikdanseres. Wanneer we na afloop door de wijk langs alle andere restaurants en die bij de haven lopen, is er bijna overal wel een dergelijk ensemble. Of dit allemaal aan het feit ligt dat het vrijdag is of dat dit gebruikelijk is in Kumkapı weten we niet, maar gecombineerd met de volle terrassen maakt dit tot een hele gezellige buurt om te eten en rond te lopen.
Omdat we al vrij laat zijn gaan eten en nog even relaxed op de hotelkamer willen zitten, besluiten we om terug te keren. De planning voor morgen: zaterdag moskeedag!