Terug naar huis
De terugreis. In alle vroegte vertrekken we van Atatürk International Airport en kijken terug op een prachtige week!
Veeg naar links en naar rechts om door de foto’s te bladeren.
Veel te vroeg in de ochtend gaat onze laatste wekker in Istanbul. In alle duisternis pakken we onze tassen en trekken we de al klaargelegde kleren aan voordat we voor de laatste maal de deur van kamer № 501 achter ons dicht trekken. We rekenen per creditcard af bij de receptie—toch goed dat ik mezelf in de weken voor vertrek de bijbehorende pincode heb ingeprent, en er wordt een taxi voor ons gebeld die binnen twee minuten voor de deur staat en ons naar Atatürk Havalimanı rijdt.
Het vliegtuig vertrekt met een half uurtje vertraging—ongetwijfeld veroorzaakt door de mensen die bij de uitgang naar de shuttle-bus elk paspoort pagina voor pagina staan te bekijken alsof ze op elk moment kunnen roepen: “Aha! Een prima poging, maar dit lijntje op pagina zestien heeft niet de juiste kleur! Dit is een vervalsing!”
Uiteraard gebeurt dit niet, en even later brengt de shuttlebus ons dan toch naar het gereed staande vliegtuig. Afgezien van wat turbulentie verloopt de vlucht erg rustig en even na elf uur landen we op Schiphol. Onderweg van het vliegveld naar huis zien we twee keer de zon schijnen en drie hevige hagelbuien, dus het Nederlandse weer heet ons in volle glorie welkom—is het inmiddels een dag of een eeuw geleden dat we tussen de Hagia Sophia en de Blauwe Moskee op een bankje in de zon zaten?
Epiloog
Natuurlijk zijn ons op vakantie enkele dingen opgevallen, en hier volgt een lijstje!
- Mocht iemand je ooit wijsgemaakt hebben dat Turken vriendelijk, sociaal en behulpzaam zijn, dan is dat alleszins waar. En het zijn de hele kleine dingen: zo kan een wildvreemde je op straat zomaar waarschuwen dat er een eindje verderop op het dak wordt gewerkt en je beter aan de andere kant van de straat kunt lopen, bijvoorbeeld. Je voelt je er absoluut welkom als je te gast bent.
- Bovendien is er in Istanbul zoveel leven op straat—wanneer je er ’s avonds rondloopt, zijn er altijd mensen buiten thee aan het drinken en aan het praten, sjouwen ze een enorme zak vol goederen op hun rug naar hun winkel of duwen een steekkar voort waar drie keer zoveel dozen op zijn bijeengebonden als je zou verwachten dat er op passen, of ze zijn de gevel van hun winkeltje aan het opknappen. Of ze zijn allerhande waar aan het verkopen, natuurlijk. Uiteraard helpt het klimaat hier enorm bij omdat je bij ons in oktober niet voor je lol buiten gaat rondhangen, maar als stad bruist Istanbul veel meer van het leven dan pakweg Amsterdam bij ons.
- In Turkije stoppen ze dus regelmatig patat en augurken in hun broodjes en dürüms. Bovendien kun je er vrijwel geen gerecht krijgen zonder geroosterde tomaat en geroosterde peper erbij.
- Turken hebben magische krachten waarmee ze duiven kunnen beheersen. Ik baseer dit op het feit dat de pleintjes die vol met duiven zitten ook vaak duivenvoer-kraampjes hebben (deze twee zaken zijn hoogst waarschijnlijk gerelateerd, maar ik heb geen idee welke van de twee er eerst waren), waar je voer kunt kopen om vervolgens de duiven van een maaltijd te voorzien. Ondanks dat er dus meer dan voldoende voer uitgestald staat, heb ik geen duif gezien die er ook maar over nadacht om zich op zo’n kraampje te storten, terwijl er vaak toch slechts een oud vrouwtje bij zit waarvan je denkt:
“verzamel drie duiven en je kunt haar hebben.”
Onvermoede krachten, zeg ik je. - Waar komen al die zwerfkatten vandaan? Waar je ook bent in Istanbul, trek een verse vis uit je zak en gegarandeerd dat je binnen de minuut omsingeld bent door een hele roedel professionele vierpotige bedelaars met snorharen. Om nog maar te zwijgen van het hebben van een bord vol eten op een terrasje.
- Hoe blijven al die winkeltjes voortbestaan? Natuurlijk, Istanbul heeft zo’n elf miljoen inwoners, maar ik schat dat tien miljoen daarvan een winkeltje hebben. En als ze nu ook zoveel gaten in de markt hadden als in het wegdek, maar ze hebben allemaal nog eens dezelfde winkeltjes ook! Juwelier? Er zitten er nog drie in dezelfde straat. Belwinkel? Zes. Restaurantje? Het hele blok bestaat er uit. Als je één keer struikelt, land je recht voor drie schoenenwinkels tegelijk. Wonderbaarlijk!
- Sigaretten censureren op TV? Serieus? Ten eerste rookt iedereen in Turkije al (en doet er helemaal niemand moeilijk over het rookverbod in de horeca), en ten tweede ben ik toch minder onder de indruk wanneer de Grote Slechterik op TV iemand in koelen bloede omlegt en dan in slowmotion voor een exploderende truck uit loopt, terwijl er de hele tijd een wit getekend bloemetje uit zijn mondhoek bungelt.
- In een klein restaurantje heeft het zijn charme wanneer de menukaart nogal koddig is vertaald en je de keuze hebt uit chicken of lamp, omdat je weet dat de eigenaar dan een buurman heeft die een neefje heeft die wel wat Engels kent. Dat je in je hotelletje een mooi gegraveerd plaatje in de badkamer hebt met Facet Water Not Drink is tot daar aan toe, maar vaak is de Engelse vertaling bij grote toeristische trekpleisters van hetzelfde niveau. En als het dan foutloos is opgeschreven, is de zinsopbouw vaak nog steeds heel vreemd. Zijn er zo weinig goed Engels sprekende mensen in Turkije? Een carrière als tolk/vertaler Turks–Engels heeft de mogelijkheid wel heel glansrijk te zijn als zelfs officiële instanties in de grootste toeristische stad hier nog geen hoge ogen mee gooien. Wel moet gezegd dat we ons vrijwel overal met wat Engels verstaanbaar konden maken, dus dat was prima. Het is alleen dat schrijven!
We hebben een absoluut prachtige week achter de rug, dus Istanbul: bedankt, en wie weet tot ziens!