Luxemburg (2011)

De camping

We vinden een camping met een weinig spectaculaire naam, doen boodschappen en chillen in de zon!

Veeg naar links en naar rechts om door de foto’s te bladeren.

We besluiten vanaf hier onze ogen open te houden voor campings. Gelukkig zijn we hier beter in dan in tankstations, en we passeren er een paar die er wel erg massaal uitzien. We hoeven ook weer niet per se onze scheerlijnen tussen die van de buren te spannen, dus we rijden verder. In het dorpje Rosport stoppen we even om een camping te bekijken, maar ook die doet het niet direct voor ons—allemaal nette vakjes met heggetjes, veel caravans, het is een beetje té “goedemorgen buurman, gezellig op de camping, hè? Nog wat gewonnen bij de bingo gisteren?”. We wagen de gok en zoeken nog even verder.

Die gok pakt goed uit, want een dorpje verder, in Born, rijden we een alleraardigste camping op, die een stuk kleinschaliger lijkt te zijn en bovendien prachtig direct in een bocht aan het riviertje de Sauer ligt. We zien wel hoofdzakelijk Nederlandse kentekens (niet dat we iets tegen onze vakantie vierende medelanders hebben, integendeel, maar je bent toch op vakantie in het buitenland en wilt niet elke ochtend de buren horen praten over het weer en hoeveel hagelslag ze nog hebben, ook al wil je zelf toch ook weten wat voor weer het wordt en heb je zelf natuurlijk ook een pak hagelslag ingepakt), maar bij de balie is toch een prachtige combinatie van Duits en Engels benodigd om duidelijk te maken dat we daar voorlopig wel een weekje of twee willen doorbrengen, en na wat indrukwekkende Duitse volzinnen van mijn kant, krijgen we een mooi plaatsje toebedeeld in het gras.

De tent wordt opgezet

We hebben thuis al een keer de tent opgezet om te kijken wat waar gaat en of alle onderdelen erbij zitten (wat uiteraard meteen tot nieuwsgierige vragen leidde van de buren of we echt van plan waren om achter de appartementen naast de sloot te gaan wild-kamperen—en als je de sloot hebt gezien weet je dat dat een weinig aanlokkelijk vooruitzicht is), dus ook hier hebben we een korte tijd later de tent opgezet. Uiteraard delegeer ik direct de taak van het inrichten van de tent aan Vonne (lees: ik mag me er niet mee bemoeien), die in verbazingwekkend tempo de hele voortent vol heeft staan met alles wat we in de auto hebben kunnen stouwen. Het loopt al laat in de middag, en van dat tenten bouwen krijg je best trek, dus we zetten onze pan op het vuur om te genieten van een welverdiende maaltijd instant-macaroni-met-saus waarvan ik nog nooit had gehoord, maar die we onderweg bij een tankstation tegenkwamen en wonder boven wonder nog best goed smaakt ook.

En zo begon onze vakantie op een camping waarvan we tijdens ons verblijf er niet achterkwamen hoe deze überhaupt eigenlijk heette, maar gewoon "camping officiel Born" blijkt te heten. Niet erg creatief, als je het mij vraagt, maar ik zou dan waarschijnlijk ook met de slechtst mogelijke naam op de proppen komen, iets in de trant van Camping Sauer Power of Camping De Vergulde Tentstok, maar dan in het Duits uiteraard. Ik zou je het in elk geval niet kwalijk nemen als je ondanks de gebodsborden toch met een kilometer of tien te hard Born weer uit zou rijden in de richting van het saaie, maar degelijke Camping Officiel Wasserbillig.

De eerste paar dagen hadden we prachtig zonnig en warm weer, en dus besloten we om gewoon even ontspannen te genieten in een stoel naast de tent met wat te drinken en een boek. Alhoewel mijn vrees over het in elkaar moeten zetten van een boekenkast in de tent ongegrond bleek, hadden we wel de hoeveelheid boeken bij ons om er eentje te vullen. Vol goede moed begonnen we dan ook aan onze nieuw aangeschafte collectie vakantie-thrillers en popular-science werken waarin iemand een hond quantum-theorie probeerde te leren. Het enige waar we nog wel onze oase van rust voor moesten verlaten, was de aloude zoektocht naar voedsel. Aangezien Born bestond uit twee straatjes en een kerk, maar geen winkel, waren we snel uitgejaagd en verzameld. De volgende stap, landbouw, leek ons toch te intensief, dus stapten we in de auto, op weg naar het stadium handel.

Een supermarkt! Mijn koninkrijk voor een supermarkt!

Ook de volgende vijf dorpjes konden ons wel vertellen hoe snel we er doorheen reden, maar niet waar we ons konden voorzien van een manier om in leven te blijven. Rare prioriteiten hebben ze in Luxemburg! Het duurde uiteindelijk tot Echternach voor we een Delhaize aantroffen, zeg maar de Belgische of Luxemburgse variant van ons vaderlands grootste grootgrutter. Aangezien ze daar blijkbaar verwachten dat je vanuit tien dorpjes in de omstreken je boodschappen komt doen (of dat je wel gewoon een winkel in je eigen dorp weet te vinden, zolang je het maar niet aan toeristen vertelt), was het een behoorlijke supermarkt ook. En wat er het meest spectaculair aan was: waar je in Nederland mazzel hebt als je zes smaken Dr. Oetker pizza’s aantreft, hadden ze er daar gewoon twaalf! Ik klaagde dan ook luidkeels tegen Vonne dat we onze oven niet hadden ingeladen, maar zij leek mijn smart niet te delen en keek mij slechts meewarig aan.

Eenmaal voorzien van een onuitputtelijke bron van voedsel, en na een paar dagen uitgerust en zelfs verbrand te zijn als teken dat wij wél goed weer hadden gehad, was het tijd om er op uit te gaan en Luxemburg te ontdekken! Kastelen, ravijnen en grotten wachtten ons!

terug naar boven ↑