Luxemburg (2011)

Luxemburg

Eindelijk reizen we dan af naar de hoofdstad van Luxemburg. Die heet ook Luxemburg.

Veeg naar links en naar rechts om door de foto’s te bladeren.

Natuurlijk is een bezoek aan Luxemburg niet compleet zonder… nou ja, een bezoek aan Luxemburg. Het was een druilerige ochtend toen we in de auto stapten en koers zetten richting de hoofdstad. Omdat Luxemburg (het land) helemaal niet zo gek groot is, en we tot grote vreugde van Vonne eindelijk weer eens de snelweg op konden waar het gaspedaal weer wat dichter naar de bodem van de auto toe kon, duurde het niet lang voordat we Luxemburg (de stad) naderden. Door een ultramoderne wijk met kantoorgebouwen reden we de stad in, en we vroegen ons af of we ons er wel de hele dag zouden kunnen vermaken, en of het centrum er wat beter uitzag.

Maar, voordat we daar achter konden komen, moesten we eerst de auto ergens kwijt kunnen. Gelukkig stonden er genoeg bordjes die aangaven welke kant de verschillende parkeergarages op waren, en besloten het bordje voor de garage “Centre” te volgen. Het was toch nog een aardig eindje rijden, en het getal op het bord dat de beschikbare plaatsen aangaf nam schrikbarend snel af. Waar aanvankelijk nog zo’n 300 plaatsen vrij waren, was dat aantal een bordje of vijf verder al geslonken tot minder dan 100, en we vroegen ons behoorlijk af of we het op tijd zouden gaan redden, of dat we gedoemd waren voor eeuwig rondjes door Luxemburg te rijden. Maar, het antwoord op deze vraag kregen we in het geheel niet. Op een zeker moment gaf één van de bordjes namelijk aan dat Garage Centre rechtdoor was, en een slordige honderd meter verder—waarin geen van ons ook maar iets had gezien dat op een garage of een inrit leek, stond het bordje “Centre” er niet meer tussen. We gingen er dus gemakshalve maar van uit dat men de garage in de laatste paar minuten opgeheven had, en besloten het bordje naar de garage bij het station te volgen.

Deze garage was behoorlijk groot, en had het voordeel dat hij naast een treinstation met een grote en mooie toren lag, en zodoende een stuk lastiger te missen was dan zijn broertje in het centrum. Het duurde dan ook niet lang voor we de Nissan op een plaatsje tussen de andere geparkeerde auto’s schoven en uitstapten, klaar om Luxemburg te verkennen! Voorlopig zou dit echter van onder een paraplu moeten geschieden, want het was inmiddels aardig gaan regenen, en deze maal was het geen buitje dat snel over trok. Om bij het centrum te komen, moesten we vanaf het station toch een grote winkelstraat door lopen, dus maakten we daar mooi gebruik van om bij een paar winkels even binnen te kijken en tegelijkertijd wat te schuilen.

Winkelen in Luxemburg

Mocht je nu bij jezelf denken: Hee, maar dat is even exotisch en chique, winkelen in het centrum van Luxemburg!, dan kom je aardig bedrogen uit. We hadden namelijk net zo goed in een willekeurig Nederlands winkelcentrum kunnen staan, want we troffen achtereenvolgens een WE, een H&M, een Subway’s en, hou je vast, een HEMA aan. En ongeacht of je jezelf nu echt aan het vasthouden was bij die laatste opmerking, val je nu sowieso van je stoel van verbazing: er zat gewoon een Blokker. Jazeker, ben je op vakantie in het buitenland, loop je daar de grote moderne winkelstraat in, sta je je nog gewoon af te vragen of je je Blokker-dukaten hier ook kunt inwisselen. Lang leve de globalisering.

Het begon ondertussen echter al langzaam op te drogen en hier en daar was al blauw tussen de gebouwen en de bewolking door te zien, dus liepen we vrolijk verder richting de oude stad. Allereerst bereikten we het Place Guillaume II, oftewel het Willem II-plein. Midden op het plein staat dan ook een grote sokkel met een standbeeld van een op zijn paard gezeten Willem II van Oranje die nog net zijn wegwaaiende hoed kan opvangen. Een kleinere kopie van dit standbeeld blijkt ook bij het Binnenhof in Den Haag te staan, dus waarschijnlijk staat Willem II er internationaal om bekend dat zijn hoed nogal eens wegwaaide.

We wandelden een stukje verder en bleken in het regeringskwartier te staan, omdat we ineens tussen allemaal grote statige gebouwen stonden met in grote letters boven de deur “Ministère”. Bijna vroeg ik me af of we niet ergens door een poort waren gelopen waar dat niet had gemogen, en als er een zwarte auto met geblindeerde ramen aan was komen rollen met daarin een paar mannen in pak die ons vroegen wat wij Nederlanders daar deden voor het raam van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en of wij alvast verkenners waren voor een Nederlandse terugname van het groothertogdom ter meerdere eer en glorie van onze aanstaande koning Willem IV, was ik niet heel verbaasd geweest. Maar blijkbaar zijn de regeringsgebouwen, of althans de grond eromheen, gewoon openbare ruimte. Hetzelfde gold voor het koninklijk paleis aan de andere kant van het plein, alhoewel dat tenminste wel bewaakt werd door een wachter in een huisje. Helaas kregen we geen blik van de hertogelijke familie, maar dat bleek ook niet nodig, omdat we bij een winkeltje in de buurt zeker twee rekken vol ansichtkaarten zagen met allerlei familiekiekjes, portretten en vakantiefoto’s van de hertog en zijn familie voorop. Blijkbaar is de familie in Luxemburg behoorlijk populair, alhoewel geen van ons beiden zich kon voorstellen wie er graag een foto van een golfende hertog en zijn zoon als ansichtprent ontvangt.

Wandeling door Grund en diner

Langs één van de wanden langs de kloof, van waar je een prachtig uitzicht hebt over Grund, het oude kwartier van Luxemburg waar de Alzette doorheen stroomt, liepen we verder door de stad. Via een pad langs de steile rotswand waar volgens een informatiebordje hagedissen in en op zouden moeten leven, daalden we af richting de oude stadsmuren van Luxemburg, die ooit rond Grund gebouwd waren. Dit gedeelte van Luxemburg is echt ontzettend mooi, en foto’s van Grund zouden dan ook zo het woordenboek in kunnen onder “pittoresk”. Na door de wijk heen gelopen te hebben, volgden we het pad aan de andere kant weer omhoog en liepen zo om het hele kwartier heen. Toen we eindelijk weer terug waren in de buurt van het Place Guillaume II, liep het al tegen het einde van de middag en besloten we een restaurantje op te zoeken. We vonden een leuk steak-restaurantje en na een smakelijk lapje vlees zeiden we nog even gedag tegen Charlotte, gravin van Luxemburg, voordat we weer richting het station wandelden om naar de auto en naar Born terug te keren.

terug naar boven ↑