Voorbereiding en aankomst
We gaan dit jaar goed voorbereid op vakantie. Niet alleen krijgen we twee complete syllabi, we volgen ook nog eens een gastcollege over Marokko. We zetten bovendien onze eerste schreden in Marrakech.
Veeg naar links en naar rechts om door de foto’s te bladeren.
De vakantiepret is al vroeg begonnen dit jaar. Hoewel dit verslag begint in een Boeing 737 van Transavia op weg naar Marokko, is de voorbereiding twee weken begonnen in een Utrechtse basisschool, waar we een heus dagcollege over Marokko en in het bijzonder over onze reis, hebben gevolgd. We zijn namelijk niet alleen op reis, maar met een groep van een kleine veertig man, voornamelijk zo rond de leeftijd die enkele jaren geleden nog pensioengerechtigd was.
Dat zit zo: eind vorig jaar hoorden wij van Vonne haar vader, dat een vriend van hem een Marokko-reis aan het organiseren was. Als voormalig docent Aardrijkskunde had hij een dergelijke reis al vaker gemaakt met studenten, en nu had hij besloten om zo’n reis op zetten voor familie en vrienden. Nu bleken er nog een aantal plaatsen over, dus of wij ook interesse hadden om mee te gaan. Nu, daar hoefden we niet lang over na te denken en al snel waren ook wij aan het reisgezelschap toegvoegd.
Niet eerder zijn we op reis gegaan met zo’n degelijke kennis van de plaatselijke hydrografie van onze bestemming
Natuurlijk was dat nog voordat we gebombardeerd werden met noodzakelijke informatie over Marokko, in de vorm van een tachtig pagina’s tellende syllabus over de talen, culturen, geschiedenis, demografische ontwikkelingen en geografie van Marokko. Niet eerder zijn we op reis gegaan met zo’n degelijke kennis van de plaatselijke hydrografie van onze bestemming (van den Berg; 2016, p. 7), het historische proces van verstedelijking (p. 37–44), of de effecten van migratie op de expulsiegebieden (p. 78–80). Daar bovenop kregen we deze informatie ook nog eens in vogelvlucht op een echt college, waarvoor Geert (De organisator, reisleider en de man van wie ik zeker ben dat hij ons ergens deze vakantie schriftelijk gaat overhoren—bij een onvoldoende mogen we niet mee met de bus) voor de gelegenheid een complete basisschool in Utrecht had geregeld.
Bij die gelegenheid heb ik overigens de tactische fout gemaakt om mezelf als IT-expert op te werpen door er als enige in te slagen om de Marokkaanse film die op het programma stond, mét ondertiteling af te laten spelen. Na ongeveer tien minuten van verwoede pogingen van Geert, geholpen door vele behulpzame, doch weinig effectieve adviezen vanuit het lokaal (“Nee, je moet bij de opties zijn en dan bij audio! Nee, je moet op het woord ondertiteling klikken! Is er geen ander programma?”
), nadat de dvd vijf keer opnieuw in de dvd-lade was gelegd en na vijf minuten Marokkaanse film zonder ondertiteling die de noodzaak daarvan aantoonden, bemoeide ik mij ermee en kwam er al snel achter dat op ‘Enter’ drukken het probleem oploste. Johan Cruyff en Jezus Christus moesten er aanmerkelijk meer voor doen om tot Verlosser gekozen te worden, maar toen ik zojuist op Schiphol bij het verzamelen al als ‘de computerdeskundige’ werd herkend, realiseerde ik me dat ik de komende week waarschijnlijk het eerste aanspreekpunt voor technische problemen ga vormen.
Overigens had Geert op Schiphol al een grote doos papierwerk bij zich. Ik grapte al dat daar de tentamens in zouden zitten, maar het bleek slechts een geheel nieuwe syllabus. Deze telt 85 pagina’s.
Aankomst in Marrakech
Na een prima verlopen vlucht kwamen we op het vliegveld van Marrakech aan. In het vliegtuig hadden we al onze gegevens op een formulier moeten invullen, en deze moesten nu gecontroleerd, ingevoerd en opgeslagen worden om de noodzakelijke stempel in ons paspoort te krijgen. Op Schiphol hadden we al de pech om bij het inchecken in de rij te staan met de leerling-incheckmevrouw, waardoor we als laatste onze boarding-kaarten hadden, maar ook nu kwamen we bij het verkeerde loket terecht: de man achter de balie vertrok zonder aankondiging of uitleg net voor de persoon voor ons aan de beurt was, waardoor we uiteindelijk ook hier als laatsten van de groep door de douane waren. Een sprint langs de bagageband later, om onze tassen er nog net af te halen voor ze weer naar buiten gingen om aan een nieuwe ronde te beginnen, konden we dan toch naar de gereedstaande bus om ons naar Hotel De Foucauld te rijden in het centrum van Marrakech.
Onderweg viel het al direct op hoe rood en groen de stad is: het rood van de gebouwen, traditioneel bekleed met leem, of wat moderner, geverfd, het groen vanwege de vele bomen en planten. Toevallig ook de kleuren van de Marokkaanse vlag! In het hotel aangekomen, konden we al snel naar onze kamer en in het restaurant aan het buffet met verschillende groenten, rijst, kip, couscous en zelfs twee dampende schalen pasta. Aangezien het drinken nog wel zelf betaald moest worden, liepen we eerst nog even naar de pin-automaat op de hoek. Deze bleek echter te zijn vastgelopen, dus op zoek naar de volgende. Gelukkig zaten er meerdere banken in de buurt, maar toen enkele groepsgenoten daar ook geen geld uit kregen en twee andere Nederlandsen achter ons zeiden dat zij al bij vijf banken waren geweest zonder succes, sloeg de onrust toch toe. Gelukkig bleek bij nog een bank verder wel geld uit de automaat te komen; de Nederlandse dames achter ons bleken vergeten om hun passen op ‘wereld’ te zetten en moesten dus terug naar het hotel om dat alsnog te regelen.
Number one-one-seven, takes you to heaven!
Na de maaltijd liepen we nog even het stadsplein op, de Jemaa el Fna, waar allerlei mensen hun kunsten vertoonden en koopwaar aanboden, meestal van enigszins twijfelachtige kwaliteit. Aan één zijde van het plein stonden wel allemaal voedselkraampjes, waarvan er zo’n honderd vers geperste sinaasappelsap verkochten en met creatieve slogans probeerden om toeristen te lokken (“number one-one-seven, takes you to heaven!”
). Tussen de gaslampen op het plein, de rook van de kraampjes en de vele mensen, was het erg gezellig. We trokken nog verder de souk in, een wirwar van kleine winkeltjes met schoenen, kleding en lampen, waar Martin en ik nog twee hoeden aanschaften. Gezien het enthousiasme waarmee de verkoper ons de hand schudde, vermoed ik dat ondanks ons afdingen we nog steeds een vrij riant bedrag hebben neergeteld. Ach, nu kunnen we er tenminste goed gemutst tegenaan!