Marokko (2016)

Marrakech en de medina

We verkennen Marrakech: we bezoeken een bakker, een voormalige krottenwijk en proberen niet te verdwalen in de souk.

Veeg naar links en naar rechts om door de foto’s te bladeren.

We werden goed wakker na een volle nacht rust. Nu ja, vol… het duurde even om in slaap te komen, omdat het hotel aan een vrij drukke straat ligt die ook tot laat druk blijft, en het raam ongeveer net zo goed geluid tegenhoudt als een stuk bordkarton. Bovendien heeft Geert een strak schema opgesteld met elke dag opstaan om 7.00 uur, wat sommigen zich heeft doen afvragen of dit een vakantie of strafkamp behoorde te zijn, maar wat in ieder geval veel tijd geeft om alles van Marokko te zien. Oh, en dan is er natuurlijk de naastgelegen Koutoubia-moskee die om 5.00 uur luidkeels begint op te roepen tot het gebed. Nu blijkt dat ik een slechte moslim zou zijn, want in tegenstelling tot volgens mij de rest van het hotel, sliep ik daar dwars doorheen.

Direct na het—opnieuw uitgebreide—ontbijt-buffet met broodjes, cakejes, en pannenkoeken, mochten we ons naar het dakterras van het hotel begeven, voor een nieuw college van Geert over Marrakech. Vanaf het terras, en zeker vanaf een nog iets hoger gelegen dak deelden we een mooi uitzicht over een flink stuk van de stad met de kapotte meubels en stoelen van het hotel, die daar blijkbaar werden opgeslagen. Na het college kwam opnieuw onze bus met chauffeur Mohamed (in het kort: Mahmed) en bijrijder Youssef voorgereden voor een rondrit langs de verschillende wijken van Marrakech; en wanneer ik zeg “verschillende”, dan bedoel ik dat ook zo. Het verschil tussen rijk en arm is enorm, soms slechts gescheiden door een muur en een paar honderd meter.

De bidonvilles van Marrakech

Marrakech kent verschillende krottenwijken, met kleine, zelfgebouwde huisjes van mensen die uit de bergen (erg veel platteland kent Marokko niet) naar de stad zijn getrokken, nadat de man van het gezin daar werk heeft gevonden. Dit zijn doorgaans kleine, lemen woningen, die worden uitgebreid naarmate de behoeften en vooral het inkomen stijgt en er voldoende geld is gespaard om nieuwe stenen, deuren, kozijnen en ander bouwmateriaal te kopen. Sommige van deze wijken zijn inmiddels uitgegroeid tot volwaardige woonwijken middels een proces dat slum upgrading wordt genoemd (je ziet: de colleges van Geert missen hun uitwerking niet –red.) en met ondersteuning van programma’s van de Marokkaanse overheid om van de krottenwijken af te komen door bewoners hun huizen makkelijker te laten verbouwen tot volwaardig huis.

Waar hebben ze die stylos überhaupt allemaal voor nodig?

Toch blijft het heel vreemd om door zo’n krottenwijk heen te rijden, een hoek om te gaan en ineens een brede boulevard vol planten en bomen op te rijden, waarlangs kleine paleizen staan van huizen met een grote poort ervoor. Het valt bovendien op hoe uitgestrekt de stad is en hoeveel braakliggend terrein er is Ook valt het op hoeveel troep er is: op vrijwel elk stuk grond dat onbebouwd is, en in de bedding van de nu droge rivier, liggen glasscherven, plastic, scherven van aardwerk, enzovoorts. Waar gebouwd is, zeker in de nettere wijken, is alles dan weer keurig en schoon; Marrakech is duidelijk een stad van contrasten.

We stappen op twee plaatsen uit; op de eerste plek bezoeken we een bakker, waar de hele buurt zijn brood laat bakken; “laat bakken”, want ze maken hun brood zelf, brengen er dan een teken in aan en laten het vervolgens achter bij de bakker. Die bakt het af, waarna het brood weer opgehaald kan worden. Handig! De tweede stop is in een wijk die op dit moment juist van een krottenwijk in een gewone wijk aan het veranderen is. Op de duidelijk oudere benedenverdiepingen zie je ineens twee nieuwe, vaak van buiten nog niet beklede, verdiepingen. Onze groep trok snel bekijks, want al snel hadden we een schare kinderen achter ons aan. Die van verlegen nieuwsgierig tot geïnteresseerd vragend tot brutaal bedelend (serieus? Waar hebben ze die stylos überhaupt allemaal voor nodig?) varieerden.

Het was wel erg leuk zo’n wijk in opkomst te zien, en de gastvrijheid van de mensen openbaarde zich toen Martin zijn teen openhaalde aan een scherpe steen en daardoor een lelijke snee opliep. Direct kwam er een man met een fles water naar buiten om het bloed af te spelen, even later gevolgd door een Marokkaanse vrouw die in vloeiend Nederlands (je vindt ze ook overal!) hulp en pleisters aanbood. De bus en de EHBO-kit waren echter niet ver, dus de hulp was niet nodig en na een korte en vakkundige behandeling aan boord, kon Martin weer verder zonder al te letterlijk zijn sporen na te laten.

Kappers, oplichters en ambachtslieden

Na teruggekeerd te zijn bij het hotel voor de lunch, hadden we de middag vrij en trokken Vonne, Martin, Jos en ik de stad in. Martin had mij al warm gemaakt voor het idee om naar de kapper te gaan in Marrakech, maar wilde zelf wachten tot de laatste dag. Ik wilde juist van mijn wilde haardos af, dus een kapper was mijn eerste doel. Jos wilde graag de slangen op Het Plein zien (De Jemaa El Fna staat gewoon bekend als La Place (niet de broodjeszaak!), ofwel Het Plein) en Martin wilde graag naar de Ensemble Artisanale, een winkelcentrumpje met ambachtelijke producten en vaste prijzen.

We besloten dat de genoemde volgorde ook de handigste was. In een winkelstraat in de buurt vonden we enigszins verscholen een heren- en dameskapper waar ik direct terecht kon voor slechts 70 dirham, of 7 euro. Dat leek me prima en en onder het toeziend oog van het publiek in de vorm van Vonne, werd mijn kapsel snel gereduceerd tot korte coupe. Afgezien van het moment dat er een redelijk willekeurige Marokkan binnenkwam, tegen de kapper begon te praten, waarna ze gezamenlijk alle kastjes en laatjes begonnen te doorzoeken, tot de Marokkaan ineens twee plumeaus uit een vaas trok, in de vaas keek, daar een pet uithaalde, deze opzette, de plumeaus terugplaatste, en weer vertrok, waarna de kapper zijn behandeling voortzette, was het niet zo’n bijzonder bezoek. En tsja, wie bewaart er nu eigenlijk niet de pet van een ander in een vaas onder twee plumeaus?

Ik vertelde hem dat hij een palmboom in kon en liep weg terwijl ik hem negeerde.

Vanaf de kapsalon was het een klein stukje naar het plein. In de middag zijn er, in tegenstelling tot de soms wat dubieuze personen in de avond, mannen in klederdracht die voor geld met je op de foto willen, vrouwen die je armen en handen beschilderen met vergiftigde henna, en slangenbezweerders. Compleet ander verhaal, dus. Al snel werden we besprongen door een man in klederdracht die ons uiterst vrolijk probeerde over te halen om zelfs gratis met hem op de foto te gaan. Uiteraard wist ik dat dat niet gratis ging gebeuren, maar aangezien hij onze hoofddekstels als had verwisseld en ik best wilde weten hoe zijn kwastmuts mij stond (en onder het mom van “ach, het is vakantie”), vond ik het prima dat Vonne ons fotografeerde, hetgeen er toe leidde dat we al snel in wisselende samenstelling op vijf foto’s stonden met nog zo’n gast die uit het niets opgedoken was. Het kwam daarna verrassend genoeg toch op het onderwerp ‘betaling’. Vergeten was natuurlijk de belofte van een gratis foto, en zowel hij als zijn compagnon moesten vergoed worden voor hun uitgebreide diensten. Nu was het een beetje jammer dat ik net alleen een briefje van 100 dirham had (of 10 dirham, maar dat leek me geen goed einde opleveren), dus die moest er aan geloven. Uiteraard ging daar alleen fotomeneer #1 mee aan de haal die plots fotomeneer #2 niet meer kende, dus moest ik het geklaag aanhoren van laatstgenoemde die ook nog betaling eiste, en pas ophield nadat ik hem vertelde dat hij een palmboom in kon en wegliep terwijl ik hem negeerde.

We zagen dat Martin een eindje verderop hetzelfde ritueel onderging. Toen hij onze kant op kwam en en passant ook nog een slang in zijn nek gedrapeerd kreeg, besloot Jos hem te gaan redden van de pleinmannen en konden we door richting de Ensemble Artisanale. Ook hier weer het contrast: in tegenstelling tot in de souk was het hier rustig, en konden we alle winkeltjes en dingen rustig bekijken zonder continu lastig gevallen te worden. We pakten nog even een terrasje en keerden terug naar het hotel, want Geert zou ons op een wandeling door de medina meenemen. Via opnieuw het plein, het kloppend hart van Marrakech, volgden we hem de krochten van de souk in.

De medina van Marrakech

Dachten we daar gisteren al een stuk van te hebben gezien: dat was nog niets! Meer dan een uur volgden we hem door de meest gigantische wirwar van kleine straatjes, gevuld met honderdduizend winkeltjes. Ik heb spaghetti op mijn bord gehad die er overzichtelijker uitzag dan het stratenpatroon hier. Ik dacht dat onze ervaring met de Grote Bazaar van Istanbul ons een voordeel zou geven: niets van dat alles! De persoon voor je in de gaten houden, hopen dat je deze niet kwijtraakte op het moment dat er een brommer of handkarretje door moest, en een schietgebedje doen dat hij/zij hier ook in slaagde, zodat de hele rij Geert bleef volgen. Die, zich niet bewust van de verwarring en totale desoriëntatie achter hem, begaf zich in rap tempo van locatie naar locatie in deze kluwen. Het Kruidenplein, het Musée de Marrakech, de Madrassa, een badhuis, een vervallen caravanserai waar vroeger (en mogelijk nog steeds) immigranten van buiten de stad een werkplaatsje en zolderkamertje hadden om te wonen en te werken. En ondertussen zei hij maar dingen als “hier moet je zeker nog eens terugkomen”, of “hier kun je volgende week terug naartoe”, terwijl wij ons enkel afvroegen: “waar ís hier?”

Noemde Geert het Jemaa el Fna een microkosmos op zich, de medina is een universum op zich. Ik durf te wedden dat er verkopers en werklui zijn die er als argeloze toerist naar binnen zijn gestapt en er nooi meer uitgekomen zijn. Nadat zich dit een tijdje vol hield en we wonder boven wonder niemand kwijt bleken, draaiden we een hoek om en stonden ineens weer op Het Plein en zat de dag er op. Ben je ooit in Marrakech, bezoek dan absoluut de souk; het is prachtig en de moeite waard, maar zorg dat je één van de volgende drie bij je hebt: een heel erg lang stuk touw, een gps-ontvanger, of een Geert.

terug naar boven ↑