Van Azrou naar Tinghir
We reizen door de regen naar niet de Gorges du Todra, maar naar Tinghir, waar we achtervolgd worden door een groep Marokkaanse muzikanten.
Veeg naar links en naar rechts om door de foto’s te bladeren.
Na het ontbijt op woensdag, vertrok onze inmiddels trouwe bus uit Azrou, richting het zuiden. Het schema was om naar de Gorges du Todra te rijden en daar te overnachten, in een hotel in de kloof. Geert had echter nieuws: de hoteleigenaar had gebeld, want het hotel was gesloten in verband met vallende stenen. Hij had echter nog een ander hotel in de buurt van Tinghir waar we terecht konden; vier sterren, en met zwembad—gejuich in de bus.
Onderweg betrok het weer echter, en onder een grijze lucht stegen we langzaam richting de Hoge Atlas. We stopten even bij een kleine bedoeïenentent langs de kant van de weg, waar we tegen een gezamenlijke betaling even mochten kijken en fotograferen. Natuurlijk was het, zoals Geert later in de bus ook fijntjes opmerkte, geen échte nomaden-nederzetting. Daarvoor waren er veel te weinig spullen aanwezig. Waarschijnlijk stonden ze daar specifiek voor de toeristen, inclusief bedelende kinderen, maar of het wel echte nomaden waren die dit als bijverdienste deden en hun kamp elders hadden staan, of dorpelingen die zich als nomaden voordeden, was niet duidelijk. Hoe dan ook gaf het wel een goed beeld van hoe nomaden leven in dergelijke tenten, dus was het de moeite van een korte stop waard. Net aan het einde van ons bezoek, begon het plotseling daadwerkelijk te regenen.
Na een halve dag kon niemand zeggen of de cd nog bij nr. 1 was, of dat hij al zes keer overnieuw was begonnen.
Nu was het maar goed dat we die dag voornamelijk in de bus zaten, want het hield vrijwel niet meer op, met uitzondering van de lunchpauze—perfect getimed. Ondanks de flinke buien buiten, was het uitzicht vanuit de bus prachtig met opnieuw weidse vergezichten, zeker in de Hoge Atlas. Aan het einde van de middag kwamen we aan bij het hotel. Het bleek een ruim opgezet hotel met binnentuinen, conferentiezaal, en inderdaad een zwembad, al had iedereen voor vandaag genoeg water gezien. Het leek er wel sterk op dat het hotel in allerijl en vervroegd was geopend; de planten overwoekerden de tuin vrij aardig, de fonteinen stonden uit, en we hoorden van medereizigers Hanna en Abel dat zij een nestje katten aantroffen onder het kussen op het bed (wat leuker klinkt dan het was—nog afgezien van de constatering dat er iets leeft in je bed).
Wel bleek de eigenaar flink geïnvesteerd te hebben in entertainment: een stuk of tien mannen en vrouwen in wisselende staat van enthousiasme en in Marokkaanse kledij waren muziek aan het spelen, aan het dansen en aan het zingen bij het zwembad. Dit voor het geval dat we nog niet genoeg hadden van Marokkaanse muziek, nadat de cd van Geert de halve dag in de bus had aangestaan en niemand kon vertellen of de cd nog steeds bij nr. 1 was, of al zes keer overnieuw was begonnen. Al snel werden argeloze toeschouwers uit het publiek meegetrokken om deel te nemen aan wat enkel omschreven kan worden als een mix van een groepsdans en een polonaise. Zodra ik de enthousiasteling van het stel onze kant op zag kijken, besloot ik snel te handelen en mezelf te redden. Als een bliksemschicht dook ik naar beneden, bracht mijn camera omhoog en veinsde druk bezig te zijn met fotograferen. Vonne, die niet dezelfde tegenwoordigheid van geest had, werd wel meegesleept de mallemolen in en werd gedwongen mee te dansen. Het is een keiharde wereld!
Onder het genot van een biertje—blijkbaar redelijk goed verkrijgbaar buiten openbare gelegenheden—wachtten we op het avondeten. Dat werd geserveerd in een prachtig zaaltje, inclusief een lek in het dak recht boven onze tafel, en bleek na een tafelwissel te bestaan uit een grote tajine met heerlijk gekruide kip. De band bleek betaald om ons te volgen, want even buiten de eertzaal ging de muziek en zang onverminderd door. Na een vriendelijk verzoek van onze kant—de meesten hadden er nu toch echt wel genoeg van—hielden ze echter op, en konden we aan tafel rustig verder ontdekken hoe schandalig weinig namen we nog steeds wisten van de groep, en hoe weinig andere persoonlijke details we kenden, die Geert bijzonder interesseerden. Morgen trekken we door de Todra-pas en gaat de reis voort naar Agdz!