Epiloog
We kopen nog snel even Marrakech leeg middels wat keiharde Berber-onderhandelingstactieken op de souk en keren huiswaarts na een meer dan geslaagde vakantie.
De laatste zondag in Marrakech hadden we vrij om zelf te besteden. We besloten om nog één keer de souk in te gaan om souvenirs te kopen. Inmiddels hadden we een goed idee van wat we wilden hebben, en we waren geen argeloze toeristen meer: nee, we waren nu doorgewinterde Marokko-gangers die de eerste regen in zeven maanden hadden gezien. Waren vorige week nog alle verkopers vervelend en opdringerig, nu hadden we geen enkele last van ze. Waren we vorige week nog veel te aardig in de prijsonderhandelingen, nu waren we keihard.
De tactiek bleek om gewoon een bod uit te brengen, met veel pijn en moeite nog iets omhoog te gaan, en daarna gewoon weg te gaan als het bod niet geaccepteerd werd—plotseling gingen de prijzen drastisch omlaag en werd ik door verschillende verkopers voor Berber uitgemaakt, wat ik maar als compliment opvatte. Na flink inkopen gedaan te hebben (er kunnen zo’n drie blokken van de souk en vijf darbs gesloten worden wegens gebrek aan inventaris, schatten wij), keerden we terug naar het hotel voor de laatste gezamenlijke reis naar het vliegveld en naar Amsterdam.
Terugblik
We hebben een prachtige week achter de rug, met name dankzij de colleges en de voorbereidingen van Geert. Zelfs in het vliegtuig verwachtten we nog half om zijn stem over de intercom te horen om te beginnen met “Weet je wat ook wel interessant is…”
en te eindigen met “…we gaan het wel zien.”
Maar ook de groep was ontzettend leuk, en we hebben er veel plezier aan beleefd (alleen al omdat het zo ongeveer tot de laatste dag duurde voordat we er achter kwamen dat er helemaal geen Hans was, dat iemand anders dan we dachten Peter bleek, en pas toen eindelijk precies wisten wie nu wie was).
Natuurlijk was ook Marokko zelf ontzettend bijzonder, met zoveel verschillende mensen, gebieden en een absoluut waanzinnige gastvrijheid. Woestijnen bleken geen woestijnen, oases geen oases, en rivieren geen rivieren—Marokko bleef verbazen. Ben je ooit toevallig in de buurt van Agdz (je TomTom zei nog “links afslaan”
bij Zoetermeer, maar je reed toch rechtdoor), ga dan eten bij Kasbah Caid Ali en blijf er slapen: je wordt absoluut betoverd. Bovendien, hoe kun je nu niet houden van een land waar je na afloop enkel hoeft te zeggen: “Met speciale dank aan Mohamed”
, waarmee je vrijwel iedereen hebt bedankt die je tegen bent gekomen? Wij zijn fan.