Winkelen en wandelen
We vinden een hele vreemde winkel en lopen twee-en-een-half uur voor een ijsje.
Veeg naar links en naar rechts om door de foto’s te bladeren.
We leven nog! En onze ledematen doen het nog, ook. Onze verbrandingen bleken mee te vallen—hoewel ik op donderdag nog geheel gecamoufleerd plaats had kunnen nemen tussen de potten pastasaus, was het vrijdag al enigszins gezakt naar een meer aangenaam rood-bruin-roze. Voor alle zekerheid en met de Karlštejn-klim nog in de benen, brachten we vrijdag door in de tuin van het pension met spelletjes, boeken, eten en drinken.
Zaterdag boodschappendag
Zaterdag was weer gereserveerd voor boodschappen, wat een weinig noemenswaardige gebeurtenis zou zijn geweest, ware het niet voor twee gebeurtenissen. Of liever gezegd, één gebeurtenis en één niet-gebeurtenis. Omdat we een paar uur in het winkelcentrum te besteden hadden, besloten we om een broodje te eten en langs de winkels te lopen. We waren net met dat laatste bezig, toen mijn oog plotseling op een sticker op de ruit van een kaaswinkel viel, die adverteerde dat er Beemster kaas werd verkocht. Ik attendeerde Vonne op dit feit, waarop haar antwoord luidde “dat verbaast me helemaal niets”
. Ik volgde haar blik naar het bord boven de ingang van de winkel en las daar de naam: “Kaas met smaak”. We wierpen een blik naar binnen en achter de toonbank stond een Aziatisch stel een aantal klanten te helpen. Kortom: in een winkelcentrum in een buitenwijk van Praag zit een winkel genaamd Kaas met Smaak, waar mensen van Aziatische komaf Nederlandse Beemsterkaas verkopen aan Tsjechen. Dan ben je toch ineens minder verbaasd wanneer daarnaast een holandsko bloemenwinkel blijkt te zitten met koelvitrines vol bloemen.
De niet-gebeurtenis was het niet afgaan van het winkelalarm van de supermarkt toen ik deze verliet. De eerdere keren dat we in het winkelcentrum waren, was ik er namelijk in geslaagd om zowel bij de Electro World als bij de Interspar de poortjes af te laten gaan. Alhoewel een blik in mijn tas en mijn onschuldige bruine ogen voldoende bleken om niet naar een Tsjechische gevangeniscel met een grote kale Tsjech genaamd Bubska afgevoerd te worden, was ik er niet in geslaagd te achterhalen wat nu precies de poortjes deed afgaan. Wel bleek de oorzaak zich in mijn portemonnee te bevinden en ik vermoede sterk dat één van mijn OV-chipkaarten de schuldige was. Deze had ik er dus nu uitgelaten en het resultaat: geen loeiende sirenes en flitsende lampjes. Bedankt, NS of GVB: eenvoudig reizen in Nederland en daarbuiten korting op een enkeltje richting lokale penitentiaire inrichting. Altijd fijn.
Nu lopen we de andere richting op!
Op zondag zag het weer er weer wat aanlokkelijker uit dan de dagen ervoor, die nogal bewolkt waren geweest en we besloten om nog een stuk te gaan lopen. Deze maal gingen we richting het noorden, in de richting van Mezouň, Nučice en Rudná, ongeveer de route van de bus richting Praag. Dat kwam goed uit, want onze timing bleek perfect om in Rudná een ijsje te kunnen scoren en bij halte Rudná Skolá (wanneer je je haltes gaat noemen naar gebouwen in het dorp, zoals hier de school, weet je dat je dorp klein is) bus 311 te kunnen pakken, die ons in een kwartiertje terug bracht naar waar we ruim twee en een half uur eerder waren vertrokken.
Ik weet overigens niet wat het is, maar ik zou graag een opname hebben van het bandje van de bus waarop een dame de namen van de haltes opleest, aankondigt wat de volgende halte is en bij een halte buiten Praag een heel Tsjechisch verhaal ophangt. Het is heel mooi uitgesproken en klinkt een beetje als zo’n cassettebandje* dat je vroeger bij talencursussen had.
Ik kon de neiging dan ook bijna niet weerstaan om al die namen van die haltes te gaan zitten herhalen, ware het niet dat ik in een bus vol Tsjechen zat, die mij vast wat meewarig aan zouden kijken als ik elke paar minuten het equivalent van “Spaklerweg, overstappen op lijnen 53 en 54”
zou gaan zitten opdreunen. En terecht. Morgen in elk geval weer een kans om naar het bandje te luisteren, want nog éénmaal Praag!